Ik volg niet veel TV-programma's, zeg
maar gerust geen. Sinds de komst van Netflix in ons huis, vermaak ik me met
het binge kijken naar leuke series zoals Downtown Abbey, Breaking
Bad, Suits of House of Cards.
Er is echter één grote uitzondering:
het tv-programma Tussen Kunst & Kitsch. Ik vind het heerlijk om
al die oude kunstwerken voorbij te zien komen.
Vooral wanneer het
kunstwerk veel waard blijkt te zijn terwijl het voor een paar euro is
gekocht, kan mijn avond niet meer stuk.
Een bezoekje naar de uitzending van
Tussen Kunst & Kitsch zat al al jaren in de planning. Uiteraard
vergezeld door mijn wederhelft en alle curiosa en “antiek” die
wij in de loop der jaren verzameld hebben.
Maar op de een of ander manier kwam het
er niet van. Een eerdere speurtocht op internet naar kaarten bleek
verloren moeite. Het programma is zo populair dat de kaarten binnen
een week uitverkocht zijn. De concerten van Adèle zijn er niks bij.
Het was dan ook een geweldige
verrassing toen ik van mijn lief op mijn verjaardag de felbegeerde
toegangskaarten kreeg. Hij had zich al een jaar eerder (!) voor de
nieuwsbrief ingeschreven en het papieren goud weten te bemachtigen,
vier stuks maar liefst.
Ik moest wel een aantal maanden geduld
hebben, aangezien ik in november jarig ben en de uitzending pas op 11
april plaatsvond.
En zo vertrokken mijn schatje en ik
vorige week, samen met schoonzus en schoonvader vol verwachting naar
het pittoreske Bergen op Zoom. De voorpret was al heerlijk geweest,
want het zou toch maar zo zijn dat wij iets bij ons hadden dat vele
duizenden euro's waard was.
Mijn schoonvader is een echte
rasverzamelaar wiens favorietje uitje een bezoek aan de lokale
kringloopwinkel is. Hij had een stuk of zes etsen, een schilderij en
wat oude chinese bordjes bij zich. Allemaal aangeschaft voor kleine
prijsjes tussen de 1 en 5 euro. Eigenlijk mag je bij Tussen Kunst of
Kitsch maar drie items meenemen, maar volgens mijn schoonvader waren
het sets, en hij mocht toch wel drie sets meenemen?
Mijn schoonzus had slechts twee oude
tegeltjes en bij gebrek aan interessante items eens rondgevraagd in
haar omgeving. Resultaat: een onooglijk soort van drieluik dat van
ellende uit elkaar viel, geleend van de moeder van een collega.
Mijn lief en ik hadden ons netjes aan
de zes items gehouden (3 per persoon) en namen het volgende mee: een
antieke stoel, een chinese schaal van mijn ouders, een japanse pot
gekregen van mijn schoonouders, een oud afrikaans masker, twee oude
japanse beeldjes en houten “geisha” slippers.
Eenmaal binnen genoten we van een kopje
koffie tussen de grijze massa (we haalden de gemiddelde leeftijd
behoorlijk naar beneden) terwijl we vol spanning wachtten tot onze
nummers werden afgeroepen. Eindelijk was het zover. Blijkbaar waren
er meer mensen die zich niet aan de “drie items max, regel”
hadden gehouden, want we zagen mensen met volgestouwde dozen en
tassen.
Vol verwachting begonnen we onze
taxaties bij de heer Joseph Estié, de expert in Europees porselein
tot 1890 en meubelen.
Nog voor we onze spullen uitgepakt
hadden, vertelde hij ons dat de stoel die mijn lief de gehele tijd
had meegesjouwd een replica van een replica was. Daar moesten we
allemaal smakelijk om lachen. Was pas het begin toch?
Het papier zat nog om de prachtige
japanse pot, toen meneer Estié al opmerkte “rumpot, omstreeks 1890,
50 euro, zijn er echt héél véél van gemaakt”, om vervolgens
twee seconden later te melden: Chinese schaal, jumangi (zo klonk het,
wat hij precies zei weet ik niet meer) porselein, omstreeks 1870, 150
euro. Bij het zien van de Japanse beeldjes en het Afrikaanse masker
kreeg hij een mysterieuze blik in zijn ogen en zei: “Hiervoor moet
u naar de heer Polak”. Dat klonk hoopvol. Zou het dan toch?
Je moet weten, Jaap Polak is dé expert
op alles buiten Europa. Hij zit dan ook regelmatig met Frits Sissing
en gelukkige bezitter van een prachtig kunstwerk om de tafel om ons
haarfijn de geschiedenis en details van het item te vertellen om het
belangrijkste niet te vergeten: wat de waarde is.
We snelden de trap op met onze
bijzondere kunstwerken en gingen op zoek naar de stand van meneer
Polak. Wachtend in de rij liep de spanning nog hoger op.
En toen kon ik eindelijk de items waar
ik al mijn hoop op had gevestigd op zijn tafel neerzetten. De antieke
Japanse beeldjes die wij in een antiek/curiosazaak gekocht hadden en
die toch minstens 400 jaar oud zouden moeten zijn. Die zouden toch
wel minstens 2500 euro waard moeten zijn?
Ik zag mezelf al aan tafel zitten bij
Frits. Tijdens de live-uitzending zou blijken dat mijn beeldjes een
unieke vondst waren, zo één die je zelden tot nooit ziet.
“Die zijn nep, gemaakt voor het
toerisme, ze zijn nog warm, net uit de oven”. Met deze woorden van
de heer Polak spatte mijn droom uiteen. Ik was zo verbijsterd dat ik
helemaal vergat te vragen waarvan ze dan precies namaak waren en uit
welke tijdsperiode.
Het oude Afrikaanse masker was ook nep
(“geen gaatjes, je hebt gaatjes nodig om als bosjesman het masker
op je hoofd vast te binden”).
Mijn japanse Geisha slippers waren
echt, uit de jaren '30 en waarschijnlijk door zeelui uit Japan
meegenomen om aan het thuisfront te laten zien. Er was helaas niet
echt een verzamelaarsmarkt voor, dus kregen ze een bescheiden taxatie
van 75 euro.
En dat onooglijke ding van de moeder
van de collega van mijn schoonzus? Was gewoon 500 euro waard met één
kleine kanttekening. De kosten voor de restauratie lagen een stuk
hoger.
Mijn schoonvader heeft het er het beste
afgebracht van ons allemaal. Met een gemiddelde taxatie van 50 euro
per item, heeft hij toch mooi zijn winst meer dan vertienvoudigd!
Geen opmerkingen:
Een reactie posten